Profielen
Belangrijk: In het profiel Vlucht kunt u geen oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere functies waarvoor
netwerkdekking vereist is niet worden gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het alarmnummer dat in het apparaat is
geprogrammeerd kiezen. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie eerst activeren door een ander profiel te kiezen.
Als het apparaat vergrendeld is, moet u de beveiligingscode invoeren.
Selecteer
Menu
>
Instrumenten
>
Profielen
.
U kunt voor verschillende gebeurtenissen, omgevingen of groepen bellers beltonen, waarschuwingssignalen en andere signalen
instellen.
Als u een profiel wilt aanpassen, gaat u naar het gewenste profiel in de lijst en selecteert u
Opties
>
Aanpassen
.
Definieer de volgende instellingen:
•
Beltoon
— Een beltoon uit de lijst selecteren, of
Beltoondownl.
selecteren om een map te openen met daarin een lijst met
bookmarks voor het downloaden van tonen. Als u de geselecteerde toon wilt beluisteren, selecteert u
Afspelen
. Als u twee
verschillende telefoonlijnen gebruikt, kunt u verschillende beltonen voor deze lijnen instellen.
•
Toon video-oproep
— Een beltoon voor video-oproepen selecteren.
•
Naam beller uitspr.
— De functie tekst-naar-spraak-beltoon activeren. Wanneer iemand uit uw contactenlijst u belt, hoort u
een beltoon die bestaat uit de gesproken naam van het contact en de geselecteerde beltoon.
•
Beltoontype
— Het type beltoon instellen.
•
Belvolume
— Het volume van de beltoon instellen.
•
Berichtensignaaltoon
— Een toon voor ontvangen SMS-berichten instellen.
•
Signaaltoon e-mail
— Een toon voor ontvangen e-mailberichten instellen.
•
Trilsignaal
— Instellen of het apparaat trilt wanneer u een oproep ontvangt.
•
Toetsenbordtonen
— Het volume van de toetsenbordtonen van het apparaat instellen.
•
Waarschuwingstonen
— De waarschuwingssignalen in- of uitschakelen.
•
Waarschuwen bij
— U kunt instellen dat het apparaat alleen overgaat wanneer u wordt gebeld door nummers van een
bepaalde groep contacten. Voor oproepen van andere nummers geldt een stille waarschuwing.
•
Profielnaam
— Een nieuw profiel een naam geven of de naam van een bestaand profiel wijzigen. De namen van profielen
Algemeen
en
Offline
kunnen niet worden gewijzigd.
Wanneer het profiel
Offline
is geactiveerd, kunt u het apparaat niet per ongeluk inschakelen, berichten verzenden of
ontvangen of Bluetooth gebruiken. Bovendien wordt een eventuele internetverbinding die actief is op het moment dat het
profiel wordt geselecteerd gesloten.
Als u een profiel wilt wijzigen, gaat u naar het gewenste profiel in de lijst en selecteert u
Opties
>
Activeren
.
Als u een nieuw profiel wilt maken, selecteert u
Opties
>
Nieuw maken
en definieert u de instellingen.