Nokia E65 - Een internettoegangspunt voor gegevensoproepen definiëren

background image

Een internettoegangspunt voor gegevensoproepen definiëren

1. Selecteer

Menu

>

Instrum.

>

Instell.

>

Verbinding

>

Toegangspunten

.

2. Selecteer

Opties

>

Nieuw toegangspunt

. Als u een bestaand toegangspunt wilt gebruiken als basis voor een nieuw

toegangspunt, selecteert u

Huidige inst. gebruik.

. Als u wilt beginnen met een leeg toegangspunt, selecteert u

Standaardinst.

gebr.

.

3. Definieer de volgende instellingen:

Naam verbinding

— Voer een beschrijvende naam in voor de verbinding.

Drager gegevens

— Selecteer

Gegevensoproep

of

Snelle geg. (GSM)

.

Inbelnummer

— Voer het modemnummer van het toegangspunt in. Gebruik + vóór internationale nummers.

Gebruikersnaam

— Voer uw gebruikersnaam in als de serviceprovider dit vereist. Gebruikersnamen zijn gewoonlijk

hoofdlettergevoelig en worden verstrekt door de serviceprovider.

Vraag om wachtw.

— Selecteer

Ja

om uw wachtwoord in te voeren telkens wanneer u zich bij een server aanmeldt, of

selecteer

Nee

om het wachtwoord op te slaan in het geheugen van uw apparaat en de aanmelding te automatiseren.

Wachtwoord

— Voer uw wachtwoord in als de serviceprovider dit vereist. Het wachtwoord is gewoonlijk

hoofdlettergevoelig en word verstrekt door de serviceprovider.

Verificatie

— Selecteer

Beveiligd

om uw wachtwoord altijd gecodeerd te verzenden, of selecteer

Normaal

om uw

wachtwoord gecodeerd te verzenden indien dit mogelijk is.

Homepage

— Geef het webadres op van de pagina die u op het scherm wilt weergeven wanneer u dit toegangspunt

gebruikt.

Data-oproep

— Selecteer

Analoog

of

ISDN

.

Max. snelheid gegev.

— Selecteer de maximale transmissiesnelheid. Als u

Automatisch

selecteert, wordt de

transmissiesnelheid van gegevens bepaald door het netwerk en is deze afhankelijk van het netwerkverkeer. Bij sommige

serviceproviders zijn er kosten verbonden aan een hogere transmissiesnelheid.

4. Nadat u de basisinstellingen hebt gedefinieerd, selecteert u

Opties

>

Geavanc. instell.

om de geavanceerde instellingen te

definiëren of

Terug

om de instellingen op te slaan en af te sluiten.