Geavanceerde internettoegangspuntinstellingen voor gegevensoproepen
Nadat u de basisinstellingen voor het internettoegangspunt voor
Gegevensoproep
of
Snelle geg. (GSM)
hebt gedefinieerd,
selecteert u
Opties
>
Geavanc. instell.
en definieert u de volgende geavanceerde instellingen:
•
IPv4-instellingen
— Het IP-adres en naamserveradres van het apparaat voor het IPv4-internetprotocol invoeren.
•
IPv6-instellingen
— Het IP-adres en naamserveradres van het apparaat voor het IPv6-internetprotocol invoeren.
•
Proxy-serveradres
— Voer het adres van de proxyserver in.
•
Proxy-poortnummer
— Voer het poortnummer van de proxyserver in. Proxyservers zijn tussenliggende servers tussen een
browserdienst en de gebruikers daarvan. Sommige serviceproviders gebruiken dergelijke servers om extra veiligheid en een
snellere toegang tot de dienst te kunnen bieden.
•
Terugbellen gebruik.
— Selecteer
Ja
als u werkt met een dienst die terugbelt naar het apparaat wanneer u een
internetverbinding tot stand brengt.
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
64
•
Terugbellen
— Selecteer
Gebruik servernr.
of
Gebruik ander nr.
, afhankelijk van de instructies van uw serviceprovider.
•
Terugbelnummer
— Het telefoonnummer voor gegevensoproepen van uw apparaat invoeren. Dit nummer wordt door de
terugbelserver gebruikt.
•
Gbrk PPP-compressie
— Selecteer
Ja
om de gegevensoverdracht te versnellen als dit door de remote PPP-server wordt
ondersteund.
•
Login-script gebruik.
— Selecteer
Ja
als uw internetprovider gebruikmaakt van een aanmeldingsscript of als u de aanmelding
wilt automatiseren. Een aanmeldingsscript bestaat uit een serie instructies die het systeem uitvoert tijdens het
aanmeldingsproces.
•
Login-script
— Het aanmeldingsscript invoeren. Deze instelling is alleen beschikbaar als u
Login-script gebruik.
>
Ja
hebt
geselecteerd.
•
Initialisatie modem
— Een opdrachtreeks invoeren voor de verbindingsinstellingen als uw serviceprovider dit vereist.