Beveiligingsinstellingen voor Java-toepassingen opgeven
Als u beveiligingsinstellingen voor een Java-toepassing wilt opgeven, selecteert u
Opties
>
Suiteinstellingen
.
U kunt opgeven tot welke functies de Java-toepassing toegang heeft. Welke waarde u voor elke functionaliteit kunt instellen is
afhankelijk van het beveiligingsdomein van het softwarepakket.
•
Netwerktoegang
— Een gegevensverbinding naar het netwerk maken.
•
Berichten
— Berichten verzenden.
•
Toep. autom. starten
— De toepassing automatisch starten.
•
Connectiviteit
— Een lokale gegevensverbinding activeren, zoals Bluetooth.
•
Multimedia
— Foto's maken of video of geluid opnemen.
•
Gebr.gegevens lezen
— Agenda-items, contacten of andere persoonlijke gegevens lezen.
•
Gebr.geg. bewerken
— Persoonlijke gegevens toevoegen, bijvoorbeeld een adres in de contactenlijst.
U kunt instellen op welke wijze u een Java-toepassing toegang tot apparaatfuncties toestaat. Selecteer een van de volgende
opties:
•
Altijd vragen
— Elke keer dat een Java-toepassing een functionaliteit gebruikt, wordt eerst om bevestiging gevraagd.
•
1e keer vragen
— Alleen de eerste keer dat een Java-toepassing een functionaliteit gebruikt, wordt om bevestiging gevraagd.
•
Altijd toegestaan
— De Java-toepassing mag de functionaliteit gebruiken zonder bevestiging.
•
Niet toegestaan
— De Java-toepassing mag de functionaliteit niet gebruiken.
De beveiliginginstellingen zorgen ervoor dat het apparaat wordt beveiligd tegen schadelijke Java-toepassing die zonder
toestemming functies van het apparaat gebruiken. Selecteer alleen
Altijd toegestaan
als u de leverancier en de betrouwbaarheid
van de toepassing kent.