Nokia E65 - Beveiligingsinstellingen definiëren

background image

Beveiligingsinstellingen definiëren

Als u de instellingen voor het apparaat en de SIM-kaart, certificaatbeheer en de beveiligingsmodule wilt instellen, selecteert u

een instelling en kiest u

Opties

>

Openen

.

Wanneer de oproepen beperkt zijn tot specifieke gebruikersgroepen, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer

kiezen.
Definieer de volgende instellingen:

PIN-code vragen

— Selecteer

Aan

om naar de PIN-code te vragen wanneer het apparaat wordt ingeschakeld. Deze instelling

kan niet worden gewijzigd als het apparaat is uitgeschakeld. Voor sommige SIM-kaarten kan het verzoek om de PIN-code

niet worden uitgeschakeld.

PIN-code

— De PIN-code wijzigen. De PIN-code moet 4 tot 8 cijfers lang zijn en beschermt uw SIM-kaart tegen onbevoegd

gebruik. Deze code wordt geleverd bij de SIM-kaart. Nadat driemaal achter elkaar een verkeerde PIN-code is ingevoerd, wordt

de PIN-code geblokkeerd en moet u de blokkering opheffen met de PUK-code voordat u de SIM-kaart weer kunt gebruiken.

PIN2-code

— De PIN2-code wijzigen. De PIN2-code moet 4 tot 8 cijfers lang zijn en geeft toegang tot bepaalde functies van

het apparaat. Deze code wordt geleverd bij de SIM-kaart. Nadat driemaal achter elkaar een verkeerde PIN2-code is ingevoerd,

wordt de PIN2-code geblokkeerd en moet u de blokkering opheffen met de PUK2-code voordat u de SIM-kaart weer kunt

gebruiken.

Periode autom. blok.

— Hiermee kunt u een time-out instellen waarna het apparaat automatisch wordt geblokkeerd en

alleen kan worden gebruikt als de juiste (de)blokkeringscode wordt ingevoerd. Geef het aantal minuten voor de time-out op

of selecteer

Geen

als u de automatische blokkering wilt uitschakelen. Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u nog steeds

inkomende oproepen beantwoorden en kunt u in sommige gevallen het alarmnummer kiezen dat in uw apparaat is

geprogrammeerd.

Blokkeringscode

— De nieuwe code kan tussen de 4 en 255 tekens lang zijn. U kunt zowel cijfers als letters gebruiken, en

zowel hoofdletters als kleine letters. U krijgt een melding als de blokkeringscode niet juist is opgemaakt.

Blok. als SIM gewijz.

— Hiermee kunt u instellen dat het apparaat om de blokkeringscode vraagt wanneer een onbekende

SIM-kaart in het apparaat wordt geplaatst. Het apparaat houdt een lijst bij met SIM-kaarten die herkend worden als kaarten

van de eigenaar.

Ext. blokkering toest.

— Als u deze optie inschakelt, kunt u het apparaat vergrendelen door een vooraf gedefinieerd

tekstbericht vanaf een andere telefoon te verzenden. Wanneer u deze optie inschakelt, moet u het bericht voor vergrendelen

op afstand invoeren en het bericht bevestigen. Het bericht moet ten minste 5 tekens lang zijn. Het maximum aantal

toegestane tekens is 8. Als u meer dan 8 tekens gebruikt, kan de geheugenkaart mogelijk niet worden ontgrendeld en moet

de geheugenkaart opnieuw worden geformatteerd. Als de geheugenkaart opnieuw moet worden geformatteerd, gaan alle

gegevens op de kaart verloren.

Bep. grp gebruikers

(netwerkdienst) — Een groep personen opgeven naar wie u kunt bellen en die u kunnen bellen.

SIM-diensten bevest.

(netwerkdienst) — Instellen dat het apparaat bevestigingsberichten weergeeft wanneer u een SIM-

kaartdienst gebruikt.