Instellingen voor internetoproepen definiëren
U kunt pas internetoproepen verzenden of ontvangen wanneer u hiervoor instellingen hebt gedefinieerd. Wanneer u de
instellingen voor internetoproepen hebt gedefinieerd aan de hand van deze instructies, meldt uw apparaat zich automatisch
aan bij de dienst voor internetoproepen zodra u
Menu
>
Connect.
>
Internettel.
selecteert.
Stap een: een SIP-profiel definiëren
1. Selecteer
Menu
>
Instrum.
>
Instell.
>
Verbinding
>
SIP-instellingen
>
Opties
>
Nieuwe toevoegen
en voer de vereiste
gegevens in.
Zie 'SIP-profielen bewerken', p. 89.
U moet alle beschikbare SIP-instellingen definiëren. Zorg er wel voor dat
Registratie
is ingesteld op
Altijd aan
. Neem voor de juiste gegevens contact op met uw aanbieder voor internetoproepen.
2. Selecteer
Proxy-server
en stel
Overdrachtstype
in op
Auto
.
3. Selecteer
Terug
totdat u terug bent in het menu
Verbinding
.
Stap twee: een profiel voor internetoproepen definiëren
1. Selecteer
Instell. internettelefoon
>
Opties
>
Nieuw profiel
. Voer een naam in voor het profiel en selecteer het SIP-profiel
dat u zojuist hebt gemaakt.
2. Selecteer
Terug
totdat u terug bent in het hoofdmenu.
Stap drie: een voorkeursprofiel selecteren voor internetoproepen (optioneel)
Als u een voorkeursprofiel voor internetoproepen selecteert, gebruikt
Internettel.
dit netwerkprofiel automatisch om verbinding
te maken met de dienst voor internetoproepen.
1. Selecteer
Menu
>
Connect.
>
Internettel.
.
2. Selecteer
Voorkeursprofiel
en het profiel voor internetoproepen dat u zojuist hebt gemaakt.
3. Selecteer
Terug
totdat u terug bent in het hoofdmenu.
Tip: U kunt zich ook handmatig aanmelden bij de dienst voor internetoproepen. Volg dezelfde instructies als bij
automatisch aanmelden, maar stel de optie
Registratie
in op
Wanneer nodig
en de optie
Overdrachtstype
op
UDP
of
TCP
. Bij handmatig aanmelden moet u handmatig het netwerk selecteren dat voor internetoproepen wordt gebruikt.
T e l e f o o n
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
29